Goddelijke frivoliteit
Dat dunne boekjes minder te vertellen hebben dan vuistdikke boeken is onwaar. Neem bijvoorbeeld de novellen van Nescio, die je elke herfst weer kunt herlezen. Maar als een dun boekje onbevredigend is, onderstreept dat des te meer de impotentie van de maker; de saaie, vuistdikke boeken daarentegen leggen juist de nadruk op zijn oeverloosheid en/of megalomanie. Maar als kleine werken overtuigen, dan kan dat de meest intense vorm van literatuur opleveren. De nieuwste van de vijfentachtigjarige Milan Kundera, Het feest der onbeduidendheid, is een dun boekje. Het gaat, zoals valt te verwachten, over onbeduidendheid – vandaar ook de geringe lengte? – maar de ironie wil dat Kundera er op het eerste gezicht nauwelijks een veelzeggend verhaal van weet te maken. (meer…)