In de bananendozen die twaalf jaar in opslag stonden, trof ik vier titels aan van Herman de Coninck: Over de troost van pessimisme (1983, ik heb de tweede druk uit 1987), Over Marieke van de bakker (1987), Intimiteit onder de melkweg (1994) en het samen met Piet Piryns gemaakte interviewboek Wo is wo in de Nedderlens (1972).
Herman de Coninck heb ik hevig bewonderd, in mijn vroege jeugd. Ik heb hem zelfs een keer bezocht, samen met de dichter Victor Vroomkoning, bij leven goed bevriend met De Coninck. Die nam me in de auto mee naar Antwerpen, ergens aan het eind van de jaren tachtig. Onderweg naar de Cogels Osylei heb ik de auto van Vroomkoning ondergekotst. Mijn lief had het de vorige dag uitgemaakt (en niet ten onrechte, want ik was haar ontrouw geweest), een droevig feit dat ik met een drietal flessen wijn had proberen te verdringen. Als ik mijn ogen sluit zie ik weer voor me hoe Victor met een paar tissues, nog steeds rijdend, want we waren op de snelweg en konden niet zomaar stoppen, zijn helft van de voorruit schoon probeerde te vegen, terwijl ik mijn best deed om de anti-peristaltische bewegingen te stoppen. Een paar minuten later konden we een vluchthaven oprijden en maakte ik mijn werk buiten af. (meer…)